Indicatie: | palliatieve behandeling van het oesofaguscarcinoom |
Aantal kuren: | 6 cycli: afhankelijk van respons, toxiciteit en performance van de patiënt |
Cyclus: | 21 dagen |
Inclusie: |
ECOG performance status ≤ 2 adequate nier-, lever-, beenmerg-, en cardiale functie |
Exclusie: |
serum creatinine clearance <30 ml/min. DPD deficiency ernstige (graad ) bestaande perifere neuropathie |
Onderzoek: |
voorafgaand aan eerste kuur:
|
lab. voor iedere kuur:
|
Dosering en toedieningswijze (TW)
Medicatie |
Dagdosis |
TW |
dag |
epirubicine |
50 mg/m2 |
i.v. opgelost in , in 5 tot 15 min. |
1 |
oxaliplatine |
130 mg/m2 |
i.v. opgelost in 500 ml glucose 5% |
1 |
capecitabine |
625 mg/m2 , 2 maal daags |
p.o., tijdens de maaltijd of binnen 30 minuten na de maaltijd |
1-21 = continue |
Toediening/infuuslijst: | Toedienschema EOX (oesofagus) | |
Emetogeniteitsklasse 3: | Matig (risico 30-90%) | |
Bijwerkingen: | www.bijwerkingenbijkanker.nl | |
Overgevoeligheidsreacties: |
acute laryngofaryngeale dysesthesie Overgevoeligheid kan optreden bij oxaliplatine, hoewel uitzonderlijk neemt de kans toe met het aantal giften. |
|
Calamiteiten: | ||
Extravasatie: |
|
|
Morsen: |
oxaliplatine: spoelen met veel water epirubicine: spoelen met veel water of een 1% hypochloriet oplossing (niet op de huid) |
|
Besmettingsduur excreta: | epirubicine 6 dgn., oxaliplatine 7 dgn., capecitabine 6 dgn. |
FROHON richtlijnen dosisaanpassingen
- epirubicine
- capecitabine
- oxaliplatine
Beenmergtoxiciteit
ANC x 109 ( op dag van chemotherapie) |
|
0.5 tot < 1,5 |
uitstel behandeling tot herstel |
< 0.5 |
uitstel behandeling tot herstel en dosis reductie epirubicine, capecitabine en oxaliplatine met 25% voor vervolgbehandelingen |
Febriele neutropenie |
uitstel behandeling tot herstel en dosis reductie epirubicine, capecitabine en oxaliplatine met 25% voor vervolgbehandelingen |
Trombocyten x 109/L |
|
50 tot < 100 |
uitstel behandeling tot herstel |
< 50 |
uitstel behandeling tot herstel en dosis reductie epirubicine, capecitabine en oxaliplatine met 25% voor vervolgbehandeling |
Niertoxiciteit
Creatinine Klaring (ml/min) |
|
30 – 50 |
dosis reductie capecitabine met 25 % |
< 30 |
stop oxaliplatine en capecitabine met 50% of chemotherapie stop |
Gastro-intestinale toxiciteit
(Orale) mucositis CTC Gradering |
|
Graad 2 |
uitstel behandeling tot herstel naar graad 1 of minder en vermindering dosis met vervolgkuren met: 1e optreden: geen dosis reductie 2e optreden: dosis reductie capecitabine en oxaliplatine met 25% 3e optreden: dosis reductie capecitabine en oxaliplatine met 50% 4e optreden: chemotherapie stop |
Graad 3 of 4 |
uitstel behandeling tot herstel naar graad 1 of minder en vermindering dosis met vervolgkuren met: 1e optreden: dosis reductie capecitabine en oxaliplatine met 50% 2e optreden: chemotherapie stop |
Leverdysfunctie |
|
mild |
dosis reductie epirubicine met 25% |
matig |
dosis reductie epirubicine en capecitabine met 25% |
ernstig |
dosis reductie capecitabine met 50% en epirubicine stop of chemotherapie stop |
behandeling gerelateerde Graad 3 of 4 hyperbilirubinemie |
uitstel behandeling tot herstel naar graad 1 of minder. |
Diarree CTC Gradering |
||
Graad 2 |
1e optreden: geen dosis reductie 2e optreden: dosis reductie capecitabine met 25% 3e optreden: dosis reductie capecitabine met 50% 4e optreden: stop capecitabine |
|
Graad 3 of 4 |
uitstel behandeling tot herstel naar graad 1 of minder en vermindering dosis met vervolgkuren met: 1e optreden: dosis reductie capecitabine met 50% 2e optreden: stop capecitabine |
Huidtoxiciteit
Hand-voet syndroom CTC Gradering |
||
Graad 2 |
1e optreden: geen dosis reductie 2e optreden: dosis reductie capecitabine met 25% 3e optreden: dosis reductie capecitabine met 50% 4e optreden: capecitabine stop |
|
Graad 3 |
uitstel behandeling tot herstel naar graad 1 of minder en vermindering dosis met vervolgkuren met: 1e optreden: dosis reductie capecitabine 50% 2e optreden: capecitabine stop. |
Bron(nen)
- BC Cancer Agency Drug Manual,
- eviQ