Hoogwaardige Hematologische & Oncologische zorg in alle Friese ziekenhuizen.

B-FLOX (colon/rectum)

Versie:
1.0
Publicatiedatum:
24-03-2020
Indicatie: gemetastaseerd colon- of rectumcarcinoom
   
Aantal kuren: Afhankelijk van progressie of toxiciteit. Maximaal 6 cycli.
   
Cyclus: 21 dagen
   
Inclusie: WHO performance status ≤ 2,
adequate nier-, lever-, beenmerg- en cardiale functie
   
Exclusie: serum creatinine clearance <30 ml/min.
DPD deficiency
ernstige (graad) bestaande perifere neuropathie
   
Onderzoek:

voorafgaand aan eerste kuur:

  • DPD deficiency test
  • lab. baseline: bloedbeeld, nierfuncties, leverwaarden, CRP, glucose, tumormarkers. (afhankelijk van arts)
  • WHO, bloeddruk, lengte + gewicht
 

voor iedere kuur:

  • Lab: bloedbeeld + diff (aanvullen op indicatie / afhankelijk van arts)
  • urine op eiwit
  • pols, temp, RR en gewicht
  • WHO performance status

Dosering en toedieningswijze (TW)

 

Medicatie

Dagdosis

TW

1

8

15

bevacizumab

7.5 mg/kg

i.v. opgelost in 100 ml NaCl 0.9% in

  • 30 minuten bij 1e toediening
  • 15 minuten bij 2ev. toediening

 

Wanneer toediening zonder infuus gerelateerde reacties verloopt, kan infuussnelheid bij de 2e e.v. behandeling worden aangepast.

x

   

oxaliplatin

130 mg/m2

i.v. opgelost in 500 ml glucose 5% in 120 minuten

x

 

 

5-fluorouracil

425 mg/m2

i.v. opgelost in 100 ml NaCl 0,9%

x

x

x

folinezuur

20 mg/m2

i.v. opgelost in 100 ml NaCL 0,9%

x

x x

 

Toediening/infuuslijst: Toedieningsschema B-Flox (colorectaal)
   
Emetogeniteitsklasse: Matig (risico 30-90%)
   
Bijwerkingen: www.bijwerkingenbijkanker.nl
   

Verpleegkundige aandachtspunten:

Oxaliplatin is onverenigbaar met NaCl 0,9%, dus voor- en naspoelen met glucose 5%.

Bevacizumab is onverenigbaar met glucose 5%, dus voor- en naspoelen met NaCl 0,9%.

   

Kuurspecifieke aandachtspunten:

Oxaliplatin:

  • Oxaliplatin kan pijn geven bij het inlopen bij gebruik van een perifere lijn; evt. infuusduur verlengen naar 4 of 6 uur, en lokaal warmte toedienen d.m.v. een sjaal of deken/handdoek.
  • Tip: infuus inbrengen in een grote vene en bij voorkeur zo hoog mogelijk in de arm.
  • Oxaliplatin geeft neurotoxiciteit: gevoelsstoornissen (kou-gerelateerde prikkelingen die tot enkele dagen kunnen aanhouden), spierzwakte, moeite met slikken, praten en/of heesheid.
  • Tijdens of enkele uren na toediening kan de patiënt worden geconfronteerd met een acute laryngofaryngeale dysesthesie. Dit is een gevoel van vernauwing in de keelholte  waardoor het lijkt of de patiënt niet goed kan slikken of ademhalen; het gevoel gaat binnen enkele seconden of minuten over. Het is niet gevaarlijk en hoeft niet behandeld te worden. Dit gevoel kan uitgelokt of versterkt worden door koude (koude dranken, koud eten, koude lucht, koelkast etc).

Bevacizumab:

  • Bevacizumab kan hypertensie geven; controleer daarom vóór en na de toediening de bloeddruk.
  • Bevacizumab kan de wondgenezing nadelig beïnvloeden. Behandeling dient niet gestart te worden binnen ten minste 28 dagen na een ingrijpende operatie of totdat de operatiewond geheel genezen is en ook niet voor een geplande grote operatie. 
   
Overgevoeligheidsreacties:

Overgevoeligheid kan optreden bij oxaliplatin, hoewel uitzonderlijk neemt de kans toe met het aantal giften.

Ook de behandeling met bevacizumab kan een overgevoeligheidsreactie geven (kans < 3%).

Actie:

  • Staak in dat geval de toediening en sluit een NaCL 0,9% infuus aan (op een 3-weg kraantje) en waarschuw een arts.
  • Controleer de vitale functies.
  • Start adequate behandeling in opdracht van de arts.

 

Herstart in overleg met arts.

     
Calamiteiten:
  • Extravasatie:
  • Stop toediening/infuusnaald in situ laten, arm hoog leggen.
  • Zoveel mogelijk bloed optrekken uit infuusnaald (3-5 ml).
  • Arts waarschuwen.
  • Voor specifieke maatregelen zie crashkaart.
  • Extravasatie registreren in dossier en VIM.

 

Voor overige calamiteiten en andere specifieke maatregelen zie crashkaart en ziekenhuis eigen protocollen.

   
Besmettingsduur excreta: oxaliplatin 7 dgn., 5-FU 2 dgn.
   
Ontslag:       
  • afspraken volgende kuur meegeven
  • labaanvraag
  • medicatie/recepten regelen