Indicatie: |
neo-adjuvante chemoradiatie bij potentieel resectabel oesofaguscarcinoom definitieve chemoradiatie bij niet resectabel of operabel oesofaguscarcinoom |
Aantal kuren: | 5 cycli met concurrent radiotherapie of 6 cycli zonder radiotherapie |
Cyclus: | wekelijks |
Inclusie: |
ECOG performance status ≤ 2 adequate nier-, lever- en beenmergfunctie |
Exclusie: | ernstige (graad ≥ 2) bestaande perifere neuropathie |
Onderzoek: |
voorafgaand aan eerste kuur:
|
lab. voor iedere kuur:
|
Dosering en toedieningswijze (TW)
Medicatie |
Dagdosis |
TW |
dag |
paclitaxel |
50 mg/m2 |
i.v. opgelost in 250 ml glucose 5%, in 60 min. |
1 |
carboplatine |
AUC 2 |
i.v., opgelost in 500 ml glucose 5%, in 30 tot 60 min. |
1 |
Toediening/infuuslijst: | Paclitaxel-carboplatin (oesofagus) | |
Emetogeniteitsklasse 3: | Matig (risico 30-90%) | |
Bijwerkingen: | ||
Overgevoeligheidsreacties: |
Paclitaxel kan een overgevoeligheidsreactie geven, de eerste twee kuren worden volgens opbouwschema gegeven. Carboplatine kan een overgevoeligheidsreacties geven. Het risico neemt toe met het aantal giften. |
|
Premedicatie: | Paclitaxel: clemastine 2 mg i.v. of cetrizine 10 mg oraal, dexamethason 8 mg i.v. of per os | |
Calamiteiten: | ||
Extravasatie: |
|
|
Morsen: |
Spoelen met veel water. |
|
Besmettingsduur excreta: | carboplatine 4 dagen, paclitaxel 2 dagen. |