Hoogwaardige Hematologische & Oncologische zorg in alle Friese ziekenhuizen.

Paclitaxel (mamma)

Versie:
1.2
Publicatiedatum:
11-06-2025
Indicatie: palliatieve behandeling mammacarcinoom
   
Aantal kuren: 8 cycli mede afhankelijk van respons en toxiciteit
   
Cyclus: 28 dagen
   
Inclusie:

WHO performance ≤ 2

adequate nier-, lever-, beenmerg-, en cardiale functie

   
Exclusie: ernstige (graad) bestaande perifere neuropathie
   
Onderzoek:

voorafgaand aan eerste kuur:

  • lab. baseline: Hb., Ht., leuco’s + diff., trombo’s, bilirubine, ASAT/ALAT, AF (afhankelijk van arts}
  • lengte en gewicht
 

lab. voor iedere kuur:

  • bloedbeeld + diff (afhankelijk van arts) voor iedere kuur: pols, temp, RR  en gewicht, indien klinisch geïndiceerd: creatinine, bilirubine, ASAT/ALAT
  • WHO performance status

Behandelschema

Medicatie

Dosering

Toedieningswijze 

Inlooptijd

Dag

Opmerkingen

Cetirizine

10 mg

per os

 

1, 8 en 15

30 minuten voor start kuur

Dexamethason

4-2-0 mg

per os

 

1, 8 en 15

30 minuten voor start kuur,

1e kuur 4 mg, 2e kuur 2 mg, kuur 3 e.v. geen dexa

Paclitaxel

80 mg/m2

i.v., in  NaCl 0.9%*

 

60 minuten**

1, 8 en 15

*Paclitaxel <100 mg in 100 ml NaCl 0,9%

  Paclitaxel  ≥100 –  150 mg in 250 ml NaCl 0,9%

  Paclitaxel ≥150 mg in 500 ml NaCl 0,9%

 

Toedienen via 0,2 micron filter

Emetogeniteitsklasse: Laag (risico 10-30%)
   
Bijwerkingen:

www.bijwerkingenbijkanker.nl

paclitaxel

   
Premedicatie:

cetirizine 10 mg oraal;

dexamethason oraal 4  mg bij eerste kuur,  2 mg bij tweede kuur vanaf kuur 3 geen dexa meer.

   

Kuurspecifieke aandachtspunten:

** i.v.m. mogelijke IRR tijdens eerste twee toedieningen het infuus gedurende het eerste half uur op halve inloopsnelheid.

 

Paclitaxel geeft neurotoxiciteit. De kans hierop neemt toe naarmate er meer kuren toegediend worden. Aangezien deze bijwerking niet altijd overgaat, tijdig overleggen met arts over evt dosisaanpassingen. 

   
Overgevoeligheidsreacties:

Een overgevoeligheids-/ infuusgerelateerde reactie kan optreden. Als een IRR optreedt is dat meestal bij de eerste kuur en in >75% van de gevallen binnen 10 minuten na de start van de toediening.

Actie:

  • Staak in dat geval de toediening en sluit een NaCl 0,9% infuus aan (op een 3-weg kraantje) en waarschuw een arts.
  • Controleer de vitale functies.
  • Start adequate behandeling in opdracht van de arts.
  • Herstart in overleg met arts.
   
Calamiteiten:  
 

Extravasatie:

  • Stop toediening/infuusnaald in situ laten, arm hoog leggen.
  • Zoveel mogelijk bloed optrekken uit infuus naald (3-5 ml).
  • Arts waarschuwen.
  • Voor specifieke maatregelen zie crashkaart
  • Extravasatie registreren in dossier en VIM.
  Morsen zie crashkaart
   
Besmettingsduur excreta

zie crashkaart

   
Ontslag:
  • Afspraken volgende kuur meegeven
  • Lab. aanvraag
  • Medicatie/recepten regelen

Bron(nen)