Indicatie: |
inoperabel of gemetastaseerd huidmelanoom met een BRAF V600-mutatie bij volwassenen in combinatie met dabrafenib |
|
|
Aantal kuren: |
continu, tot aan ziekteprogressie of onacceptabele toxiciteit |
|
|
Cyclus: |
continue; 1 cyclus = 4 weken |
|
|
Inclusie: |
BRAF V600 gemuteerd melanoom adequate nier-, lever-, cardiale-, en beenmergfunctie |
|
|
Exclusie: |
Lang QT syndroom QTc interval > 480 ms. Acuut coronair syndroom, coronair angioplastiek, coronair stents, cardiale aritmieën (anders dan sinus aritmie) < 24 weken Abnormale cardiale klep morfologie, graad 2 of hoger |
|
|
Onderzoek: |
voorafgaand aan eerste kuur:
|
|
voor iedere kuur:
|
Dosering en toedieningswijze (TW)
Medicatie |
Dagdosis |
Dag |
TW |
trametinib |
2 mg |
1x d.d. |
per os |
Trametinib is beschikbaar tabletten van 0,5 en 2 mg.
Premedicatie: |
n.v.t. |
|
|
|
|
Toediening/infuuslijst: |
per os: op een lege maag (tenminste een uur voor voedselinname of twee uur na voedselinname), met water. Iedere dag op ongeveer hetzelfde tijdstip.
Bij braken na een dosis trametinib (en dabrafenib) de dosis (van beide middelen) niet opnieuw innemen, maar gewoon verder gaan met de volgende geplande dosis. Een gemiste dosis trametinib alleen innemen, als de volgende geplande dosis ten minste 12 uur later is. |
|
|
|
|
Emetogeniteitsklasse 1: |
||
|
|
|
Bijwerkingen: |
Als combinatietherapie: Zeer vaak (> 10%): hypertensie, bloedingen (waaronder intracraniale bloedingen en fatale bloedingen). Nasofaryngitis, hoest. Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, buikpijn. Afgenomen eetlust. Hoofdpijn, duizeligheid. Artralgie (ca. 25%), myalgie, pijn in ledemaat. Urineweginfecties. Vermoeidheid, koorts, koude rillingen, asthenie, perifeer oedeem. Droge huid, jeuk, huiduitslag, acneïforme dermatitis. Neutropenie. Stijging ALAT, ASAT.
Vaak (1–10%): hypotensie, bradycardie, afname LVEF. Dyspneu. Plaveiselcelcarcinoom van de huid, papilloom, seborroïsche keratose, acrochordon, cellulitis, folliculitis, pustuleuze huiduitslag, panniculitis, erytheem, actinische keratose, hyperkeratose, hand-voetsyndroom, hyperhidrose, nachtzweten, alopecia, paronychia. Visusstoornis, wazig zien. Stomatitis, droge mond. Mucositis, influenza-achtige ziekte, gezichtsoedeem. Spierspasmen. Anemie, leukopenie, trombocytopenie. Stijging AF, γ–GT, bloed creatinekinase. Dehydratie, hyponatriëmie, hypofosfatemie, hyperglykemie.
Soms (0,1–1%): overgevoeligheid. Interstitiële longziekte, pneumonitis. Pancreatitis, colitis, gastro-intestinale perforatie. Nierfalen, nefritis. Uveïtis, iridocyclitis, iritis, chorioretinopathie, netvliesloslating, periorbitaal oedeem. Lymfoedeem. Nieuw primair melanoom.
Verder zijn gemeld: myocarditis. Nieuwe maligniteiten, ook niet-cutane (door dabrafenib; vooral bij aanwezigheid van RAS-mutaties). |
|
Overgevoeligheidsreacties: |
niet bekend |
|
|
|
|
Calamiteiten: |
|
|
|
Extravasatie: |
n.v.t. |
|
Morsen: |
n.v.t. |
|
|
|
Besmettingsduur excreta: |
n.v.t. |
FROHON richtlijnen dosisaanpassingen
Algemeen
Verminderde nierfunctie
Bij lichte tot matige nierinsufficientie is geen dosisaanpassing nodig. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij ernstige nierinsufficientie.
Verminderde leverfunctie
Bij licht verminderde leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij matige en ernstige leverinsufficientie; de blootstelling kan verhoogd zijn.
Doseringsaanpassing bij bijwerking graad 2 (ondraaglijk) of graad 3
Voor het behandelen van bijwerkingen kan het nodig zijn de dosis te verlagen, de behandeling te onderbreken of de behandeling te staken (zie Tabellen 1 en 2).
Dosisaanpassingen worden niet aanbevolen bij bijwerkingen van plaveiselcelcarcinoom van de huid (cuSCC) of nieuw primair melanoom (raadpleeg de SPC van dabrafenib voor meer details).
Tabel 1 Aanbevolen verlagingen van het dosisniveau
Dosisniveau |
Trametinib dosis Gebruikt in combinatie met dabrafenib |
Dabrafenib dosis* Alleen als gebruikt in combinatie met trametinib |
Startdosis |
2 mg eenmaal daags |
150 mg tweemaal daags |
1e dosisverlaging |
1,5 mg eenmaal daags |
100 mg tweemaal daags |
2e dosisverlaging |
1 mg eenmaal daags |
75 mg tweemaal daags |
3e dosisverlaging (combinatie) |
1 mg eenmaal daags |
50 mg tweemaal daags |
Dosisaanpassing van trametinib naar minder dan 1 mg eenmaal daags wordt niet aanbevolen, zowel bij gebruik als monotherapie als bij gebruik in combinatie met dabrafenib. Dosisaanpassing van dabrafenib naar minder dan 50 mg tweemaal daags wordt niet aanbevolen bij gebruik in combinatie met trametinib. |
||
*Raadpleeg de SPC van dabrafenib, Dosering en wijze van toediening, voor de doseringsinstructies voor de behandeling met dabrafenib monotherapie |
Tabel 2 Aanpassing van het toedieningsschema op basis van de ernstgraad van eventuele bijwerkingen
Graad (CTC-AE)* |
Aanbevolen aanpassingen van het toedieningsschema van trametinib gebruikt in combinatie met dabrafenib |
Graad 1 of Graad 2 (draaglijk) |
Zet behandeling voort en controleer zoals klinisch geïndiceerd. |
Graad 2 (ondraaglijk) of Graad 3 |
Onderbreek de behandeling tot verbetering van de toxiciteit naar Graad 0 tot 1 en verlaag met één dosisniveau wanneer u de behandeling hervat. |
Graad 4 |
Staak de behandeling definitief of onderbreek de behandeling tot verbetering naar Graad 0 tot 1 en verlaag met één dosisniveau wanneer u de behandeling hervat. |
* De hevigheid van klinische bijwerkingen zoals gegradeerd door de ‘Common Terminology Criteria for Adverse Events’ v4.0 (CTC-AE). |
Als de bijwerkingen van een patiënt effectief onder controle zijn, kan het weer verhogen van de dosis worden overwogen, met dezelfde dosisstappen als bij het verlagen van de dosis. De dosis trametinib mag niet hoger zijn dan 2 mg per dag.
Als behandeling gerelateerde toxiciteit optreedt bij gebruik van trametinib in combinatie met dabrafenib, dan moeten beide behandelingen gelijktijdig worden gereduceerd, onderbroken of stopgezet. Uitzonderingen waarbij dosisaanpassingen alleen noodzakelijk zijn voor een van de twee behandelingen staan hieronder beschreven voor pyrexie, uveïtis, RAS-mutatiepositieve niet-cutane maligniteiten en QT-verlengingen (primair gerelateerd aan dabrafenib), linkerventrikel ejectiefractie (LVEF) verlaging, retinale vene-occlusie (RVO), loslating van retina pigmentepitheel (RPED) en interstitiële longziekte/pneumonitis (primair gerelateerd aan trametinib).
Bron(nen)
De belangrijkste informatie over indicatie, gebruik en bijwerkingen van een medicijn is te vinden in de samenvatting van de productkenmerken opgesteld door de Europese Registratie Authoriteit (EMA) en de preparaattekst in het Farmacotherapeutisch Kompas opgesteld door het Zorginstituut Nederland.
Trametinib in combinatie met dabrafenib is beoordeeld door de commissie BOM (beoordeling oncologische middelen) van de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NVMO)
-
Combinatiebehandeling met dabrafenib en trametinib bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom (medische oncologie februari 2016)